Antwoorden van Moeder Meera 2020-2
V: Sommige mensen sterven erg snel aan dit virus. Is dat voor hun ziel moeilijk?
MM: Neen, dat is niet moeilijk. Langs één kant, is dat goed voor de persoon die sterft. Langs de andere kant is het een schok voor de familie, zoals een ongeval. Niettemin, alle mensen die eraan sterven, hebben alle steun van God. Het is goed dat ze zo snel overgaan, goed voor hun ziel; zij zijn niet in strijd.
V: Dus rust hun ziel in vrede?
MM: Ja, de ziel is in een vredige toestand.
V: Veel mensen zijn alleen als ze aan het virus sterven. Bent u bij hen voor ze sterven?
MM: God is bij hen, ik ook, en er zijn er nog – niemand is alleen. Dokters en verpleegsters zijn erbij. Alleen de familieleden zijn er niet bij.
V: Wat kunnen we zeggen tegen mensen die hun geliefden aan het virus verliezen, bijvoorbeeld, wanneer iemands partner sterft en hij/zij alleen achterblijft.
MM: Dat is een heel moeilijke situatie. Ze kunnen hun geliefden niet bezoeken, niet troosten, hun hand niet vasthouden, niet bemoedigen. Dat valt mensen heel zwaar. Het is een heel lastige, pijnlijke situatie. In deze omstandigheden moeten we leren om geduld en vertrouwen te hebben. Ze kunnen bidden voor de stervende persoon, voor zichzelf en voor de hele wereld.
V: Wat kunnen we zeggen tegen mensen die nu geen werk vinden, zoals studenten die afstuderen, maar ook anderen?
MM: De mensen moeten deze situatie proberen te begrijpen – we kunnen er niet veel aan veranderen. Als mensen een stuk grond of een tuin hebben, kunnen ze zelf voedsel kweken. Dit gebeurt niet enkel in jouw land – hetzelfde scenario doet zich in veel andere landen voor. Bijna alle landen ter wereld worden erdoor geraakt. Voor de mensen die geen werk hebben, zij zouden met wat ze in aanbod hebben met anderen moeten samenwerken. Ze kunnen tot God bidden en dan moet het goed verlopen.
V: In Amerika komt op sommige plaatsen het gewone leven terug op gang. Wat raadt u de mensen die daar leven aan?
MM: De overheid kan stellen dat winkels terug moeten opengaan, maar de mensen moeten voorzichtig blijven. Als je naar je werk moet, dan moet je naar buiten, maar doe dit enkel als het noodzakelijk is.
Individueel kunnen we niet vrij buitenkomen; we kunnen onze ouders en verwanten niet zien. We mogen hen niet bezoeken. Mensen zouden sowieso best niet allemaal tegelijk buiten komen; misschien zal de overheid regels opstellen dat bepaalde groepen mensen op verschillende tijdstippen mogen buitenkomen. Ik heb al van bepaalde groeperingen vernomen dat zij bereid zijn om anderen te helpen.
V: Hoe kunnen we de huidige situatie verbeteren?
MM: We kunnen enkel bidden. Meer kunnen we niet doen.
V: Helpt u op dit moment alle mensen, ook wanneer ze u niet kennen?
MM: Jazeker. Het maakt niet uit of ze mij wel of niet kennen – ik bied iedereen mijn hulp om een vredig leven te leiden.
V: De vorige keer zei u dat we niet bang moeten zijn. Wat moet gebeuren, zal gebeuren.
MM: Ja, het is een natuurlijke reactie dat angst opkomt, maar we moeten die onder controle houden. Soms slagen we erin om onszelf te troosten als we angstig worden – bang zijn heeft geen enkel nut. Over het algemeen kun je stellen dat we onze geest met een sterke wil moeten beteugelen – we kunnen tegen onszelf zeggen “ik wil niet bang zijn”. Het is beter om niet op de angst te focussen. Je kunt je geest beter met andere activiteiten afleiden.
V: Kunnen we met gebed de toekomst veranderen?
MM: Ja, gebed kan veel dingen beïnvloeden. Door een combinatie van een sterk geloof en groot vertrouwen kunnen we veel veranderen.
V: Als u de mensen op dit moment één oefening, zoals japa of meditatie, mocht aanbevelen, welke zou het dan zijn?
MM: Ik raad geen enkele praktijk aan. Ik zeg niet dat je deze of gene mantra moet reciteren. We kunnen op het moment zelf, afhankelijk van ons gevoel, ons tot God, of de Moeder, of het Goddelijke wenden; we kunnen zeggen “God, help me.” Je moet op het moment zelf aanvoelen wat je wil vragen, de woorden zullen automatisch komen, zonder dat je erover nadenkt. Als je écht hulp nodig hebt, zul je over de woorden niet moeten nadenken.
V: Werkt u tijdens de livestream meditaties op een ander niveau?
MM: Tijdens de meditatie richt ik me op de levens van de mensen. Ik ben er om hen te troosten, en waar nodig steun te bieden.
V: Kunt u onze individuele problemen zien? En stuurt u ons elk afzonderlijk helend licht?
MM: Ik stuur licht naar iedereen, apart of in groep. Het licht is er voor iedereen.
V: Mensen verlangen ernaar om uw darshan nu te ontvangen.
MM: De gelivestreamde meditatie heeft hetzelfde effect als darshan.
V: Moeder, veel mensen stellen zich vragen over de tranen die ze tijdens de livestream meditatie in uw ogen zien.
MM: (lacht) Ik huil niet. Waarom zou ik voor de camera huilen? Ik ben niet verdrietig of overstuur. Er komt water uit mijn ogen, waarom weet ik niet.
V: Moeder, bent u 24 uur per dag bij ons?
MM: Ik kan niet zeggen dat ik de hele dag door bij individuele personen aanwezig ben. Wanneer je mij aanroept, dan kom ik. Wanneer je me nodig hebt, zal ik er zijn.
V: Is dat zo, ongeacht of mensen u kennen of niet, ongeacht of zij een toegewijde zijn of niet?
MM: Voor mij bestaat er geen onderscheid. Het maakt niet uit of ze in mij geloven of niet.
V: Dus zelfs als iemand zegt “Ik geloof niet in Moeder Meera”, dan bent u er nog voor die persoon?
MM: Ja, dat maakt niet uit, ik vind dat niet erg. Zolang de persoon geen problemen veroorzaakt.
Origineel document van Moeder Meera Stichting USA - 4 mei 2020